zondag 25 februari 2007
Ik word beroemd
De Blogger in Blauw heeft mij eervol vermeld! [Dit gebeurde op de Volkskrantblog, waar dezze post oorspronkelijk stond]. Ik weet niet precies wat dat betekent, maar het lijkt me minstens zo belangrijk als naar de volgende ronde gaan bij de X-Factor. Misschien kan het wel in mijn cv.
Het is ook wel schrikken, want mijn blog staat vol met tikfouten en halfaffe (lees dat nog maar eens) zinnetjes en hij moet wel netjes zijn, want als ik het goed begrijp komt er vandaag Veel Bezoek!
Kortom, gauw opruimen, misschien ook maar even scheren, en dan met een kopje thee bij de statistiekenteller gaan zitten kijken hoe het bezoek oploopt. Spannend.
zondag 18 februari 2007
Waarom lees ik eigenlijk boeken?
Zat vandaag iets te lezen over een nieuw boek van Martin Amis, dat in de goelag speelt. Leek me heel boeiend. Ik meende dat ik nog een boek van hem had, De pijl van de tijd, of zoiets. Gekocht toen hij bij Adriaan van Dis was geweest. Ouderen onder u kunnen het nu zo'n beetje dateren. Dus ik dacht, laat ik dat eerst lezen en ging op zoek in de boekenkast. Nu staan de boeken door een gebrek aan wilskracht bij mij niet alfabetisch (en ook wel omdat er telkens boeken bijkomen en die zouden er dan weer niet bij kunnen op de goeie volgorde), dus ik moest alle planken af.
Ik kwam natuurlijk tal van prachtboeken tegen, maar iedere keer als ik me probeerde te herinneren waar ze over gingen was de oogst erg mager. Mijn Laatste Snik bijvoorbeeld van Buñuel. Ik weet nog goed dat ik het schitterend vond, maar het enige wat ik me er nu nog van kan herinneren is dat Buñuel en Dalì en nog wat maten in New York naar de bioscoop wilden en Dalì vragen kaartjes te gaan halen. Dalì stak de straat over en keerde na enige tijd weer met lege handen terug. Hij kon het niet, kaartjes kopen. Mooie anekdote, maar er zaten nog 284 pagina's in dat boek.
De reis naar het einde van de nacht. Prachtig boek, al jarenlang zeg ik dat het een van mijn favorieten is, maar de enige zin die ik nog kan reproduceren is: "Het is hier zo donker als in mijn hol", die de huzaar Kerzuçon bij een nachtelijk patrouille uitsprak. Dat is eigenlijk wel de meest concrete herinnering. Ik weet natuurlijk wel dat het in de Eerste Wereldoorlog speelt en daarna toen hij arts was, maar geef toe: het is niet veel.
Ik heb ook nog een aardige stapel non-fiction. Fear of falling van Barbare Ehrenreich. Waar dat over ging kan ik nog uit de titel afleiden, maar daar houdt het wel mee op. Ik kan me wel herinneren dat ik er een groot aantal uren met instemming in heb gelezen. Maar waarmee ik dan instemde?
Of De waanzinnige veertiende eeuw van Barbara Tuchman. Een paar jaar geleden stond ik op de toren van het kasteel van Malbrouck, vlak onder Luxemburg, en toen ik daar ergens las dat het van Enguerrand VII van Coucy was geweest begon er vaag een herinnering op aan het boek van Tuchman. Dat was geloof ik niet zo'n fijne man.
Het zit dus kennelijk allemaal nog wel ergens, wat ik gelezen heb, maar het komt er niet zo vlot uit. Als het boek uit is is het toch eigenlijk wel meteen grotendeels verdampt. Behalve de herinnering, zeg maar de conclusie.
Ik pieker er niet over te stoppen met lezen, want de dingen die ik lees komen me vaak groot en belangwekkend voor, of ze zijn gewoon leuk of meeslepend (of niet, maar dan worstel ik ook door dapper tot de laatste bladzijde), maar het is toch een rare gewoonte.
Of ben ik weer zo'n cerebraal baasje dat overal iets mee wil in plaats van te genieten van het moment?
vrijdag 16 februari 2007
Ambities bijstellen
Mijn vriend H. belde me uit de trein van Brussel naar Leiden. Hij had de lijst van staatssecretarissen door zitten kijken in de Volkskrant. Ze waren allemaal jonger dan hij en ik. Behalve Cees van der Knaap, maar dat is niet direct een role model.
Tja, de kaarten zijn langzamerhand zo'n beetje geschud en het leven wordt wat minder groots en meeslepend dan waar op gerekend was.
Toen zijn we over boeken gaan praten. We kunnen wel dezelfde romans lezen als een staatssecretaris. En veel meer, en vast ook beter.
zaterdag 3 februari 2007
De schaduw van de wind
Na 3 jaar ook eens de baksteen van Ruiz Zafon doorgelezen. Was toch nog een weekje werk, hoewel ik twee nachten tot half drie heb doorgelezen - en de volgende dag keurig om half zeven opgestaan. Ben ook nog een keer 's nachts de trap afgelopen om te controleren of de deur wel op het nachtslot zat, want gerommel in cryptes met graftombes gaat me soms boven mijn macht als ik niet helemaal fris meer ben.
Zo'n boek waarbij je om de zoveel tijd kijkt hoeveel bladzijdes het nog is, omdat je niet wil dat het uit is. I. was gisteren nog jaloers omdat ik het nog nog niet uit, maar sinds vandaag staan we quitte.
En nu vraag ik me af waarom het zo goed is. Er wordt hevig in bemind. Er wordt hevig in geleden, met name aan melancholie en onbeantwoorde liefde. Liefdes zijn of absoluut (Julián - Penélope, Daniel-Bea, Fermín-Bernarda) of volkomen nep (vader van Julián-Sophia). Er is een vreselijke slechterik, die gelukkig ook vreselijk aan zijn eind komt. Fermín is prachtig. Het speelt in Barcelona, het overzichtelijke Barcelona van de jaren vijftig en daarvoor. Er komt diepe armoede in voor en enorme rijkdom, die dan weer verloren gaat (fortuin van Aldaya). Magie, of in ieder geval magisch-realisme.
Kortom, alles wat je tegenkomt in een keukenmeidenroman of een tearjerker.
Waarom is het dan zo goed? Alleen maar vanwege de stijl, de opbouw, de vorm?
Mij best.
Abonneren op:
Posts (Atom)