zondag 15 juni 2008

Ein schöne Abend mit dem Bill


Het begint met de Baby-CD, daarna komt K3, dan komt VOF de Kunst en dan is er ineens Tokio Hotel. De eerste drie fasen zijn nog te overzien. Je koopt eens een CD'tje, je verbijt je op lange vakantiereizen, omdat de kinderen rustig blijven als ze naar Een klein geel visje in een zee van blauw kunnen luisteren (de muziek is trouwens prima, als je de tekst wegdenkt), maar dan wordt het ineens serious shit. Ze willen naar een concert. En dat betekent dat je mee moet.

Omdat je een lieve papa wilt zijn besteed je dus de tegenwaarde van zes CDs aan kaartjes en drie maanden later is het ineens zover. Voor iemand die nog nooit geld heeft betaald voor een openluchtconcert (Parkpop kostte nooit iets) en eigenlijk alleen maar clubconcerten meemaakt (afgezien van de Stones in 2006, toen Keef net weer was wederopgestaan van zijn val uit een kokospalm, maar daar had ik een gereserveerde plaats), had ik eigenlijk geen idee hoe laat we daar moesten verschijnen. Op het kaartje stond 17-honderd uur, maar toen ik als middelbare scholier voor het eerst naar een concert ging in een club (het terecht - ondanks mijn enthousiaste recensie in de schoolkrant - vergeten Preludium in de Sater in Leidschendam, god wat is dat lang geleden, god wat ben ik oud) en keurig op de aangekondigde begintijd (8 uur) voor de deur stond, was ik de enige en zat de deur nog stevig op slot. Het werd om 10 uur pas een beetje leuk. Gelukkig stond er een caravan voor de deur met een vormingswerker erin - ik vertel niet of hij een baard had - die me vriendelijk binnen noodde tot het feest begon).

Maar goed, gisteren moesten we naar het Goffertpark, en ik had visioenen van een eindeloze losgeslagen mensenmassa en een plaatsje op 2 kilometer van het podium, nog afgezien van van zoekgeraakte kindertjes en tropische regenbuien, dus ik dacht, laat ik maar geen risico nemen en proberen er om drie uur te zijn, misschien dat we dan nog een beetje vooraan staan. Dat was nogal stom, want Tokio Hotel is er vooral voor meisjes tussen de 12 en 16 en die hebben alles over voor hun helden (van wie ze de voornaam met viltstift op hun voorhoofd schrijven: Bill, Gustav, Georg en Tom, ik hoef niet meer uit te leggen waar de band vandaan komt). Urenlang wachten is wel het minste. Er stond dus al een rij van een kilometer toen we aankwamen en het hek zat nog strak op slot. Het enige vertier was een wave, niet van mensen die gaan staan en zitten, maar van meisjes die gillen en dan weer ophouden. Iedere keer als iemand dacht een flits van Bill, Gustav, Georg of Tom gezien te hebben kwam er een. En toen het hek openging en er telkens een man (pubermeisje) of honderd door mochten ook.

Ik had dus alle tijd om te ontdekken dat ik de New York Review Books ook op mijn mobieltje kan lezen en ben een heel eind gekomen in een artikel waaruit ik heb geleerd dat Marguerite Duras een egomaniac was die in de tweede wereldoorlog niet helemaal zuiver op de graat is geweest. Net als de haar (en ons) bekende François Mitterand, die toen hij het tij zag keren snel van Vichy overschakelde naar la Resistance. Dit is het soort opportunisme waarmee je president van La Republique kunt worden. Ik meen ook te weten dat hij ooit zijn hoektanden heeft laten bijvijlen tot vriendelijker proporties om meer kans te maken bij de parlementsverkiezingen. Ik vermoed dat ik een van de weinige wachtenden was met dit soort gedachten, maar ik kan me natuurlijk sterk vergissen.

Ik had als goeie papa wat gezonds in mijn rugzak gedaan: een pond kersen, een paar pakjes fris en een fles water. Een plestikke, want ik had gezien op de site dat flessen verboden waren. Toen ik me eenmaal door een heel smal gangetje van stalen buizen mocht persen op weg naar de kaartjescontrole werd de plestik fles met onverholen genoegen in beslag genomen door een lul in een groene polo van de security. Ik mopperde dat het toch een PET-fles was, maar hij zei me dat ik niet wist wat je daarmee kon aanrichten. Ik heb inderdaad nog steeds geen idee. De bodem eraf slaan en dan der Bill (den Bill?) een oog uitdraaien? Als het al zou kunnen lijkt het me een zelfmoordaanslag tussen al die fans en daarvoor ben ik van het verkeerde geloof. Als door een wonder kon je gelukkig tegen schappelijke prijzen munten kopen die je dan weer kon inwisselen voor prik, patat en pils en zelfs terugwisselen tegen baar geld. De wereld is tegenwoordig trouwens wel zo hypocriet dat als je je dochter van negen naar de bar stuurt voor een biertje ze onverrichterzake terug worden gestuurd, omdat ze nog geen 16 is. Alsof ze het zelf opdrinkt.

Zo stonden we dus zonder water, maar met muntjes, om vijf uur op het gras voor het podium. De kinderen zagen helemaal niks. Voor ons stonden twee pubers met een spandoek, dat ze dan weer niet in beslag hadden genomen - een vergissing die ze gelukkig snel goed maakten- , maar ook toen dat weg was ben je met 1,43m te klein om over den volke heen te kijken en blijft het podium onzichtbaar. Gelukkig kon je alles goed zien op de videoschermen naast het podium. Eigenlijk is een concert net een voetbalwedstrijd: op een beeldscherm kun je het veel beter zien en herhalen ze doelpunten ook nog eens, dus waarom zou je er in godsnaam live naartoe gaan? Op die vraag is trouwens een simpel en onweerlegbaar antwoord: het publiek. Het is heerlijk om al die aficionados te zien, met beschilderde gezichtjes, Tokio Hotel-tassen en ouders die zich stierlijk staan te vervelen of hun kroost tot het uiterste tergen door om de vijf minuten te zeggen: "Daar komen ze, geloof ik!", waardoor het zich een hartverzakking schrikt en in krijsen uitbarst, om vervolgens in wanhoop te vervallen over de harteloosheid van hun ouders omdat het weer loos alarm is.

Behalve nogal jonge meiden met piercings, tattoos en andere verleidingen waar je je als volwassen man - ik spreek hier uiteraard alleen voor mezelf - soms toch even schrap tegen moet zetten, zie je ook nogal jonge meiden die tikkertje aan het doen zijn, tijdens het voorprogramma. Mijn eigen dochterlief heeft een mooie stapel van dor gras bij elkaar geharkt. De enige piercing die zij kent is een gaatje in haar oorlel voor een leuk belletje en dat wil ik graag zo houden, want ik vrees de dag dat ze voor haar verjaardag een tongpiercing vraagt, maar ik zag in de rij voor het hek dat ik niet de eerste vader zal (zou, hoop ik trouwens) zijn die daarvoor zwicht. In mijn adolescentenjaren zag je alleen veiligheidsspelden en dat vond ik eerder pijnlijk dan spannend. Zo'n meid in een motorjack met netkousen en pumps vond ik weer wel prettig, maar dat bestaat niet meer, althans niet in het Goffertpark bij Tokio Hotel. Jammer, de wereld is nu anders.

Het eerste voorprogramma was matig, het tweede iets beter. De zangeres had door dat als ze "Tokio Hotel" zei er een storm van gegil opstak, en dat was een kans die ze niet liet liggen. Tien keer niet. Knap hoor. Voor mij een goeie gelegenheid om frietjes te gaan halen bij wijze van diner. Merkwaardig genoeg waren er groenten noch fruit verkrijgbaar terwijl het concert toch duidelijk gericht was op een generatie in de groei. Misschien dat de minister van Jeugd en Gezin hier eens beleid op kan maken, daar is hij toch voor?

Na het tweede voorprogramma en de friet moesten we een dik half uur wachten. De pauzemuziek uit de speakers was erg goed. Cake, Franz Ferdinand, prima de luxe allemaal. Ik kon er niet stil bij blijven staan. Om de vijf minuten stak er een storm op omdat iemand meende dat Bill of Gustav of enz. zijn neus had laten zien, maar het bleek altijd een roadie of een manager met grijs haar te zijn, die even op het podium moest zijn om een gitaar te stemmen of een handdoekje klaar te leggen.

Toen de cameramensen rond 8 uur eindelijk hun positie weer innamen, dacht ik: shit, als ik om zeven uur was vertrokken was ik hier ook op tijd geweest, had ik geen ongare friet hoeven eten en had ik nog iets met mijn middag kunnen doen. Maar je kunt je leven niet altijd plannen en dat is ook goed zo. Het podium bestond uit drie verdiepingen die met elkaar verbonden waren door twee halfronde trappen. Meer iets voor Een van de Acht of Marlene Dietrich dan een hip concert, maar over smaak valt te twisten. Op een gegeven moment verscheen er een puber in een witte korte broek en een hemd die achter het drumstel ging zitten. Ik dacht nog even naïef dat dat een roadie was, want door het oplaaiende gegil had ik beter moeten weten. Het bleek der Gustav te zijn. Daarna kwamen der Georg en der Tom ook snel op en toen: Der Bill.

Mijn god. Een kruising van Boy George en Michael Jackson, met zijn lange haar in een stralenkrans rond zijn hoofd. Ik wist niet dat je zulke goeie gel had, maar ik ben dan ook kaal. Wit motorjek, zwarte leren broek, grijze oogschaduw en dikke zwarte strepen onder zijn wenkbrauwen. Aan het hof van Lodewijk de Veertiende hadden de dames een mouche op hun bovenlip, der Bill heeft een piercing bij zijn onderlip, maar het lijkt me van hetzelfde laken een pak.

De muziek was tamelijk treurig. Getemde hardrock, als dat nog zo heet. Om de een of andere redenen moest er om het nummer van gitaar geruild worden - dan weer een black beauty, dan weer een flying V - en de bassist deed ook vrolijk mee, hoewel op elke bas dezelfde elementen leken te zitten, maar ja, als je achttien bent en de wereld ligt aan je voeten is het natuurlijk wel cool om een roadie voor je te laten rennen. Maar goed, de muzikanten deden er eigenlijk niet toe en je kon ze ook niet op een solo betrappen - ik realiseer me dat ik me hiermee onmogelijk maak in de ogen van de helft van het publiek dat haar liefde op een van hen heeft gericht, maar die leest de Volkskrantblog waarschijnlijk niet - der Bill is het stralend middelpunt.

Ik denk dat hij een ontzettend lieve jongen is, die vaak met zijn moeder belt en een poedeltje heeft met een naam die eindigt op "i". Hij kletste de nummers aan elkaar met veel Vielen Danks en de hoop dat het een Unvergessliche Abend zou worden en dat het weer niet helemaal meedeed en dat hij het een Bisschen kalt vond. Met zijn ijle stemmetje, de schat.

Der Bill doet het goed op het podium. Na het eerste nummer ging het motorjek uit en kwam een mouwloos rood T-shirt met ritsen op de zijnaden (heel punk) en allemaal bling bling op de voorkant (heel onpunk), maar ik ben natuurlijk de enige die zich daar druk over maakt. Hij kreeg nog wat rommel naar zijn hoofd, stukjes tempex of zo, in ieder geval geen PET-flessen, waarschijnlijk van boze vriendjes die door hun gepiercte vriendinnetjes voor Bill aan de kant waren gezet, maar dat negeerde hij professioneel, en toen er een beertje op de catwalk terecht kwam raapte hij het op en hield het in zijn armen en tegen zijn wang. Dat zie ik Keef minder snel doen. Alles bij elkaar een mooie vertoning: Een soort Boy George op het podium, maar dan blij in plaats van melancholiek, teksten à la Het kleine café aan de haven / You've got a friend, rock waar je geen hoofdpijn van krijgt en overal gillende meisjes. Waar je dan weer wel hoofdpijn van krijgt.

Na een uur was het op. Zoonlief had het wel gezien, hij vond het niks dat alles in het Duits was (Tokio Hotel is tweetalig en ik denk dat der Bill Engels toch wel lastig vindt), dus kon ik met goed fatsoen voor de file naar huis, hoewel ik me goed geamuseerd had. Een meisje zei nog dat er nog twee nummers kwamen - de toegift is kennelijk ook ingecalculeerd, inclusief het handdoekje om der Bills nekje waar hij dan mee opkomt - maar daar had alleen dochterlief nog zin in en die was in de minderheid.

Ik ben benieuwd wat het volgende concert wordt. Ik ga in ieder geval mee, niet alleen omdat het moet.