dinsdag 22 december 2009

Wim of John?



Genius is leuk. Het is een programmaatje van Apple dat liedjes die op elkaar lijken bij elkaar zoekt en achter elkaar afspeelt op de iPod. Gisteren hoorde ik in Popmix 2 allemaal nummers van Spinvis. Nu is Spinvis geweldig, maar ik kan me niet voorstellen dat er in Cupertino ook maar iemand is die ooit van hem heeft gehoord, dus heel knap dat ze hem tussen John Mayer en Nick Drake in de mix hebben gezet. Jammer voor ze trouwens, dat ze Spinvis daar niet kennen, want hij is Goed met een hoofdletter. Ze zouden daar bij Apple Nederlands moeten leren om van zijn teksten te kunnen genieten. Luister naar Smalfilm en je weet wie de volgende PC Hooftprijs moet krijgen. Maar niet krijgt. In een wereld waar je de Nobelprijs voor de vrede krijgt als je 40.000 soldaten naar Irak stuurt, kun je niet rekenen op een PC Hooftprijs als je Goede poëzie schrijft. En er een leuk deuntje bij zingt, compleet met gitaar en stomme samples.

Genius dus. As we speak heb ik de jazzmix van Genius op. Daarvan kan Genus er maar één voor me verzinnen, want ik heb niet zoveel jazz op mijn iPod, omdat het nou eenmaal klotemuziek is. Als je er naar moet luisteren tenminste. Spelen is anders. Een aantal van de jazzdeuntjes op mijn iPod zijn dingen die ik zelf heb opgenomen met een paar aardige muzikanten uit de buurt, maar die mixt Genius gewoon mee, zonder aanziens des persoons. Toen ik dus een saxofoon hoorde en een wrak keyboard dacht ik: dat zal wel Wim wel zijn, want die saxofoon is niet helemaal zuiver, maar wel lekker overzichtelijk en raak. En die pianist zit te rommelen, dus dat is dan Henk Jan. Bleek Wim toch John (Coltrane) te zijn. Shit. Ik weet er ook helemaal niks van. Of Coltrane had een off day, verkeerd geprikt of zo. Een topper kan het ook wel eens verkeerd doen. Daarom moet je mensen nooit ademloos bewonderen, want dan hoor je dat niet. Hoewel dat misschien ook weer niet erg is. Mensen zoeken nou eenmaal het absolute, dus laat ze maar in de waan dat het bestaat. Daar worden ze rustig van.

Wie trouwens toch wel in de buurt komt van absolute grootheid is Keith Jarrett. De jongen met wie ik in 1976, nog in korte broek, op tienertoer ben geweest, had in zijn collectie toevallig The Koln (Koeln?) Concerto. Ik vond daar toen geen reet aan, maar een paar jaar geleden kwam ik het ineens weer tegen en heb ik het kado gedaan aan Henk Jan, de jazzpianist, die er nog nooit van gehoord had en voor mezelf de MP3 gedownload. Wat eindeloos mooi en knap is aan Jarrett is dat ik denk dat hij gewoon in zijn uppie in een grote schouwburg vol met Duitsers achter een vleugel gaat zitten en wat begint te improviseren en dan na een half uur een complete simfonie, virtuoos en met een kop en ook nog een staart uit het toetsenbord blijkt te hebben getimmerd.

Ik geniet van de gedachte dat hij dat zonder enige oefening doet, maar ik ben bang dat het niet zo is, omdat ik niet wil weten dat een genie ook moet oefenen. Dat komt me namelijk slecht uit, want ik wil ook een genie zijn, maar ik hou niet van oefenen, dus hoe moet ik het dan ooit worden? Is er misschien een soort loterij voor?

maandag 7 december 2009

Tja, Stieg


Ik ben een onverbiddelijke literatuur- en nonfiction-snob (het laatste is nog exclusiever dan het eerste), maar soms verstout ik mij toch een lekker boekje te lezen. Ik had in Greenwich een baksteen van een biografie over William Pitt (de jongere) gekocht van 600 bladzijdes en me daar in een maand doorheen geploeterd - dat u het even weet, maar het was af en toe toch wel een opgave. Nu schijnen die boeken van Stieg helemaal geweldig te zijn en was het eerste ook nog met korting te koop, dus heb ik me daar maar even mee laten gaan, voor de compensatie.

Het had nog meer pagina's dan de baksteen, maar ik was er in een fractie van de tijd doorheen. Dat alleen was al heel fijn, hoewel je per minuut lezen natuurlijk wel minder waar voor je geld hebt op die manier. Ik vond het een leuk boek om te lezen. Af en toe een beetje raar vertaald - er stond bijvoorbeeld telkens "passantenhaven", waar ik "jachthaven" zou verwachten - maar het las lekker soepel. Stieg weet hoe hij twee verhaallijnen door elkaar moet monteren om het tempo erin te houden.

Eng was het niet echt. Als je af en toe eens naar een detectifje kijkt, vind je een sadistische seriemoordenaar normaal. Ik kijk een keer extra of de voordeur op de knip zit, maar ik slaap er niet slecht van. Ik heb terwijl ik dit zit te tikken trouwens wel voortdurend het geval dat er iemand over mijn schouder kijkt, gadver. De mensen willen dat nou eenmaal, redeloze, psychopathische wreedheid, liefst tegen vrouwen en Stieg stelt ons daarin niet teleur en geeft er ook nog een religieurs tintje aan.

Er zit ook genoeg seks in. Mikael, de hoofdpersoon, gaat in het boek met drie vrouwen naar bed, op voor alle partijen bevredigende wijze, terwijl hij met een van hen een vaste relatie heeft. Maar die vindt het niet erg. De droom van iedere man. De vaste vrouw is ook de knapste en ook nog heel chic.

Het punkerige meisje is een beetje een triestig geval, dat Mikael gelukkig en passant oplapt, maar ook een hacker van de bovenste plank, die een van de boeven it het boek op onnavolgbare wijze miljoenen afhandig maakt. Dat lezen we ook graag, geen tientjes, maar meteen miljoenen, financiële onafhankelijkheid, de droom van iedere kantoorklerk, op een enkeling na, maar die liegt.

Nou, ik wilde op een rijtje zetten waarom een boek dat tamelijk oppervlakkig is in karaktertekening en niet helemaal geloofwaardig van plot toch onweerstaanbaar is, maar ik ben geloof ik al een heel eind. Ik zou het nog kunnen hebben over de machtige aartsvader op de achtergrond, die met geld en relaties dingen voor elkaar weet te krijgen, maar het is zo ook wel duidelijk.

Maar ik denk dat ik toch maar ga sparen voor deel twee. Kijken hoe dat uitvalt. Er is tenslotte niets heerlijker dan een boek dat je niet opzij kunt leggen, ook al kookt de melk over, huilen de kinderen en hangt de deurwaarder aan de bel.

dinsdag 13 oktober 2009

Internetradio


Met Koninginnedag heeft mijn dochter een Squeezebox Boem gewonnen. Het was de hoofdprijs in de tombola en het zag er duur uit, in een mooie doos. Apetrots kwam ze ermee aanzetten temidden van een sliert vriendinnen die zich om de winnares verdrong om ook een beetje mee te delen in het succes. "Wat is het eigenlijk?" vroeg ik, maar dat wist zij ook niet. Wat overigens niets afdeed aan haar geluk. Dat kan nog als je 10 bent. Bovendien klinkt dat Boem in Squeezebox Boem (vooruit: Boom) leuk.

Ik had overigens ook geen idee, maar dat duurde niet lang, want als ik een gadget te pakken heb laat ik hem niet los tot ik hem snap. Het blijkt een apparaat te zijn waar je draadloos muziek van je PC naartoe kunt streamen, via de server, en er zitten boxen aan waar die dan uitkomt. Als ik deze zin hardop uitspreek tegenover mensen die vragen wat mijn dochter eigenlijk gewonnen had in de tombola kijken ze alsof ze het in Keulen horen donderen, ze snappen er niks van. Ze zijn net als ik van de generatie die van het geld van zijn eerste vakantiebaantje een casettedeck kochten en een versterker. Hele verstandige types als ik vulden ook nog even hun Zilvervlootrekening aan tot de jaarlimiet van 480 gulden, maar dan was er wel twee weken werk naar de verdommenis, voorlopig althans, maar ja, deferred gratification (denk aan de bonus van 10% op je achttiende!) is nu eenmaal geen pretje.

Maar goed, er ligt een lange weg tussen een cassettedeck en een Squeezebox Boem. Bijna te lang, want òf de software is ekstreem gebruiksvijandig òf ik word verstrooid, want het kostte me een hoop tijd voor ik het doorhad, van dat draadloos streamen en zo, en het ding aan de praat had. Mijn kinderen snappen er nog steeds niks van, terwijl die van een generatie zijn die geacht wordt dit soort spullen moeiteloos te gebruiken en voor hun ouders in te stellen. Mooi niet. Toch nog een beetje gezag.

Maar nu ben ik er blij mee. Ik heb een verzameling illegaal gedownloade MP3s op mijn MacBookje, waar ik graag naar luister, alleen is het geluid van dat apparaat abominabel. Omdat het een notebook is, is het niet logisch het met een snoer aan de versterker (tweede generatie, die van mijn eerste vakantiebaantje is al jaren opgegeven) te hangen, dus stream ik het gewoon draadloos naar mijn Squeezebox. Boem. Klinkt stukken beter.

Maar er is nog iets veel mooiers, en dat heet Internetradio. Ik heb iets gevonden dat Deezer heet en dat zendt (streamt) de hele dag muziek uit van een genre naar keuze zonder gehinnik van DJs, spelletjes of luisteraars die hun gewauwel graag op de radio willen hebben. Aangezien Deezer iets Frans is (hoe zouden ze het uitspreken?) kun je eindeloos naar Nouvelle Scène luisteren of Pop Indé, waarbij ze af en toe ook wat Engels tussen de chansons doen voor de buitenlanders. Toch boeiender dan dezelfde 200 MP3s eindeloos recyclen.

Leuk hè? Leve de tombola.

vrijdag 26 juni 2009

Van mij mochtie onderhand wel dood


Bij wijze van spreken dan. Net zoals Joop van den Ende met die ene musical ons probeert wijs te maken dat we in de jaren zeventig allemaal gek van Abba waren, probeert de hele televisie me nu wijs te maken dat we in de jaren tachtig fan waren van Michael Jackson.

Ook onzin. Ik keek alleen maar naar Abba bij Toppop omdat het altijd op één stond en ik de hele show tegen beter weten uitzat in de hoop eindelijk eens een clipje van de Stones (It's only rock 'n roll), Bachman Turner Overdrive of Slade te zien. En dan niet alleen het geluid, terwijl het ballet van Penny de Jager door het beeld hopste.

In de jaren tachtig was het nog steeds niet veel bij Toppop. In 1982 stonden op één Drukwerk, nog steeds dat verrekte Abba, Tight Fit (The Lion Sleeps Tonight), Bucks Fizz, Orchestral Manoevers in the Dark, Nicole en Musical Youth. Dan kan Michael Jackson er nog wel mee door en dat verklaart misschien dat Thriller in mijn LP-verzameling voorkomt (waarschijnlijk cadeau gehad van verkeerde vrienden, of familie). Op Pinkpop had je Doe Maar, Kid Creole, Mink Deville en ZZ Top, naast wat definitief vergeten sterren. Ook niet veel bijzonders dus.

Eigenlijk is Thriller, op de gitaarsolo in Beat It (Eddy van Halen) en Human Nature ook waardeloos. En Jackson is ook niks voor ons soort mensen, hier op de VKBlog, met zijn piepstem ("Blame it on sunshine, blame it on the boogie") en zijn halve neus. Laat ze in Hilversum maar lullen. Niet sentimenteel doen over dit sneue type.

Zet "24 hour party people" anders even op (heb ik gisteren voor het eerst gezien). Dat weet je weer wat je mooi vond in 1982. Als je dat even vergeten was.

zaterdag 20 juni 2009

Schroefdop


Ik maak echt van alles mee. Van de week fietste ik door de grote stad A. langs een jonge vrouw, die dwars op de buddyseat van haar rode Vespa, die op de standaard stond, wild met twee armen zat te gebaren (gesticuleren, voor de lezer die niet terugdeinst voor een paar lettergrepen extra). Zomaar op de stoep, pal naast de weg. Ze had een ouwerwetse valhelm op en een opengeklapt mobieltje klemvast tussen helm en oor, zoat ze er handsfree in kon praten, wat ze ook vol overgave deed. Met op haar neus een overmaatse zonnebril, maar niet groot genoeg om het rode, betraande vel rond haar ogen te verbergen.

Ik vind dat we toch veel te danken hebben aan de mobiele telefonie. Maar klaag rustig verder.

Eigenlijk wilde ik vertellen dat ik vandaag een fles Prosecco met een schroefdop heb gekocht (ik zei al dat ik veel meemaak). Grensoverschrijdend. Ik moest denken aan de vele obers die ik aan mijn tafeltje heb zien zweten met kurken die niet wilden, al helemaal in Amerika (de Verenigde Staten daarvan), waar de ober moet bewijzen dat hij de kurketrekker niet stiekem door het uiteinde van de kruk heeft geboord, door het ding na het trekken in het uiteinde van de capsule - die dan niet van plestik mag zijn - te prutsen, die niet helemaal van de fles los mag, en ter inspectie aan de fles te laten bungelen. Maar goed, dat is dus zo langzamerhand geschiedenis. Net als dure flessen wijn, die nadat je jarenlang de verleiding van het voortijdig openen hebt weten te weerstaan en eindelijke een echt goeie gelegenheid voor consumptie hebt gevonden, naar de klote/vaantjes/ratsmodee blijken te zijn vanwege kurklek.

Mijn vader heeft zijn hele leven naar de ideale kurketrekker gezocht, er gaat geen Sinterklaars voorbij zonder dat ik een nog vernuftiger model krijg, maar dat is nu dus allemaal voorbij. Toen hij de perfecte grammafoon had gevonden, en gekocht, kwam ook een week later de CD op de markt. Maar goed dat hij nooit is gaan beleggen, want van toekomst voorspellen heeft hij duidelijk geen verstand.

Het is natuurlijk wel praktisch, het scheelt wijn door een zeefje gieten als je de kurk gemold hebt, en het is ook heel hygiënisch (slecht voor de antistoffen?), maar we zijn wel weer een ritueel kwijt in Nederland.

Maar gelukkig zorgt de mobiele telefoon weer voor nieuwe en zo is het leven toch rechtvaardig.

Life sucks, then you die


Ja lieve lezer, het is een levenshouding die mij wel aanspreekt. Het heeft wel iets slooms en machteloos: het leven doet maar wat met je en als beloning ga je de pijp uit, 4 miljard jaar in je graf liggen tot de zon ontploft of stopt met branden en daarna moet je maar weer zien wat er gebeurt. En in de hemel is geen bier, dus dat wordt lang wachten.

Toch weet iedereen dat mensen die niks willen gelukkiger zijn dan mensen die van alles willen. Dus ook mensen die het leven nemen zoals het suckt, nog afgezien van wat daarna komt.

Dit onderwerp kwam gisteren rond elf uur ter sprake toen mijn liefste liefje en ik uitkeken vanaf mijn terras over nachtelijk Utrecht en mijmerden. Wij zijn allebei in de veertig, ik al gevaarlijk dicht bij de vijftig, zij kan nog even mee, en dan ga je mijmeren: Wat hebben we ervan gemaakt en is dat alles? Voor bijsturen is het immers zo langzamerhand te laat.

De stelling van de avond was: talent, geluk en hard werken, dat is wel het minste dat je nodig hebt om het Nirwana van Uitgekomen Jongensdromen (m/v) te bereiken. Nou ben ik op het moment iets ICT-erigs en daar kon je niet van dromen in de jaren zestig, toen ik nog een jongen was, want dat bestond toen nog niet, dus alleen om die reden ga ik al niet in de prijzen vallen.

Daar komt bij dat ik niet zo van hard werken houd. Dat leidt maar af van allerlei prettige dingen en ik zou het vervelend vinden als dat echt nodig zou zijn om ergens de top van te bereiken. En ik wil er ook niet aan. Ik gooi Keith Richards altijd – ik heb het er namelijk nogal eens over met vrienden, vriendinnen en ook met betaalde therapeuten, die me allemaal graag de weg willen wijzen - in de strijd als argument dat een blije verslaafde met toevallig een absoluut gehoor het toch een end kan schoppen. En ik zie die man geen etudes spelen, laat staan de 20.000 uur volmaken die nodig zijn om een supertalent te worden. Terwijl het me ook niet iemand lijkt die tot zijn 67e moet doorwerken om nog een acceptabel pensioen binnen te harken.

Op de een of andere manier maakt mijn voorbeeld nooit indruk, terwijl ik zo ontzettend gelijk heb (Citaat van de dag: “Mensen vinden je al gauw eigenwijs, als je altijd gelijk hebt.”) Al dat gestreef leidt onvermijdelijk tot teleurstelling, want er zijn nogal wat kapers op de kust die ook Cruijff, Madonna, Obama of moeder Teresa willen worden, en als je vindt dat de wereld aan je voeten kan liggen als je maar hard genoeg je best doet en je eindigt toch in de ICT, dan heb je het ook nog zelf verkloot en kun je je ook nog eens schuldig gaan liggen voelen. Totdat de zon ontploft. Geef dan gewoon het leven de schuld, dat ligt een stuk lekkerder.

donderdag 18 juni 2009

En nu?



Het is vijf voor tien en die rotkinderen liggen eindelijk in bed.

Ik kan nu:
- Krant lezen
- Tullevisie kijken
- Boek lezen
- New York Review lezen
- Gitaarsolo van You do something to me instuderen
- Akkoordjes van Het Dorp oefenen
- Was opvouwen
- That 70's Show kijken
- In bed gaan liggen
- Op de bank gaan hangen
- Iemand bellen
- Mail van mijn werk checken
- In de Wikipedia gaan neuzen
- De planten water geven
- Kijken wat de goeie hartslag is om te trainen op de fiets
- Geld uitlenen op Kiva.org
- Italiaans leren voor de vakantie
- Wii-Fitten

Allemaal leuke of nuttige dingen. De nuttige kunnen niet eeuwig wachten, van de leuke zijn er zoveel dat ik moet kiezen en dan zijn ze niet leuk meer.

Iemand medelijden?

Ik ga wel een blogje schrijven voor de Volkskrant, dan hoef ik er niet over na te denken.

zaterdag 6 juni 2009

Onze bevrijders


Ik zag deze foto en ik was nogal geroerd. Amerikaanse soldaat, vast opgegroeid op een boerderij ergens in Wisconsin of een andere uithoek, met honkbal en high school, nooit gehoord van Baudelaire, knoflook of de Tour, maar wel mooi aan het eind van zijn jeugd een geweer in zijn handen geduwd en de oceaan overgestuurd om op een Normandisch strand door een volslagen onbekende neergeknald te worden.

Die Fransman die dat briefje erop geprikt heeft, "Mort pour la France", in 1944, zag nog wel dat dat een groot offer was. Mijn krant opent 65 jaar na dato met Wilders, puf-les, IJsland en - dat komt nog een beetje in de buurt - Obama in Buchenwald. Anders niks.

Word ik te oud of zo? Of sentimenteel?

Moet je nou eens kijken!


Ik weet niet meer hoe ik er terecht ben gekomen, maar ik heb een fantastische presentatie (met Hongaarse ondertiteling) gezien van een Engelse creativiteitsprofessor (Ken Robinson) die fascinerende dingen roept over onderwijs en creativiteit met boeiende oneliners als:
- Het onderwijs is erop ingericht om hoogleraren wiskunde af te leveren.
- Professoren leven in hun hoofd, ze beschouwen hun lijf als een hulpmiddel om hun hoofd naar een vergadering te brengen. Kijk maar in de disco aan het eind van een meerdaags wetenschappelijk congres.
- Als er geen insecten meer zijn op de wereld is er over 50 jaar geen leven meer, als er geen mensen meer zijn op de wereld is het leven over 50 jaar weer helemaal terug.
Enzovoorts. En ook nog om te lachen. Het kost je twintig minuten.

zondag 5 april 2009

Lees ook eens een keer een geleerd boek in plaats van al die romannetjes!


Eindelijk uit. Ik heb het geloof ik in september gekocht, bij een snelle raid in mijn middagpauze op de boekhandel in de Passage. Het gaat over globalisering en geopolitiek. Kennelijk is het verband tussen die twee in de wetenschap nog niet gelegd. Het ene is economisch, het andere politiek en dat zit waarschijnlijk in verschillende faculteiten. Naar nu blijkt kun je daar een boeiend boek over schrijven.

Even een klein uitstapje naar een ander geleerd boek: Paul Kennedy heeft in The rise and fall of the great powers aardig aannemelijk weten te maken dat militaire en economische macht hand in hand gaan. Hij geeft met simpele productiegrafiekjes bijvoorbeeld aan dat Duitsland simpelweg te weinig industrie en grondstoffen had, inclusief de Oekraïene en wat ze er allemaal bij veroverd hebben in die vier, vijf jaar, om de oorlog te winnen van Rusland en Amerika. Tenzij die zich natuurlijk hadden laten overbluffen en zich hadden overgegeven, zoals onze vrienden de Fransen in 1940. Macht (militair, economisch of politiek, het hangt trouwens redelijk samen) komt dus niet uit de lucht vallen en geopolitiek bestuderen zonder naar de economische basis te kijken is dus redelijk amateuristisch. Maar dat terzijde.

Khanna is met een klein budget, klaagt hij ergens, zo ongeveer alle tweede-wereldhoofdsteden van de wereld afgereisd en is in ieder land net zo lang blijven hangen tot hij vond dat hij het begreep. Hij deelt de wereld in in eerste-wereldlanden, derde-wereldlanden en tweede-wereldlanden. Dat laatste is een nieuw gebruik van de term die vroeger voor ongebonden landen werd gebruikt. Khanna gebruikt hem voor landen die op de wip zitten tussen de eerste en de derde wereld. Turkije is er een.

Tweede-wereldlanden aarzelen bij welk blok ze zich moeten aansluiten. De keuze gaat tussen VS, Europa en China. Dat Europa buiten Europa als één geheel wordt gezien is nogal een verrassing voor een Nederlander. Wilders zou het eens moeten weten, dan ging hij misschien zijn hersens een gebruiken. Ieder van de drie landen probeert de rest op zijn eigen manier te verleiden. China met goedkope spullen, wapens en infrastructuurprojecten. De EU probeert stapje voor stapje alle aangrenzende landen in te lijven. Vooral recente lidstaten, zoals de Baltische, doen erg hun best om hun buren erbij te betrekken. Denk dan aan de Oekraïene. Maar ook verderop is de EU actief met politieke steun voor nette regimes of politieke bewegingen, handel en hier en daar wat hulp. De VS zijn zo langzamerhand wat minder succesvol.

Eigenlijk hebben de VS niks meer te vertellen in de landen rond de Zuidchinese Zee en zelfs Australië en Nieuwzeeland hebben zo langzamerhand een sterkere band met China dan met de VS. De VS hebben zich enorm geïsoleerd met de Irak-oorlog, Guantanamo Bay en het niet meedoen aan het Kyoto-verdrag en het internationale strafhof. Het is ook wel pijnlijk om te zien dat de rijkdom van de VS voor een groot deel geleend is. Daar hebben we nu een kredietcrisis aan te danken, maar die was nog niet begonnen toen Khanna zijn boek schreef.

Wat opmerkelijk is, is dat Khanna een heel eind meegaat in de Chinese redenering dat sociale gelijkheid belangrijker is dan politieke vrijheid. Zie ook Singapore. Hij gelooft er wel in dat verlichte despoten, zoals dat hiero vroeger heette, beter in staat zijn om bijvoorbeeld etnisch ingewikkelde staten bij elkaar te houden en om landen economisch de goeie kant op te sturen, dan veel democratieën. Van India heeft hij bijvoorbeeld geen hoge pet op, omdat het, hoewel een democratie, volkomen onbestuurbaar is. Indonesië en Rusland zijn ook democratieën, dus dan weet je eigenlijk wel genoeg.

Amerika maakt als democratie ook weinig indruk. De sociale ongelijkheid is er enorm, 40 miljoen (van de 300 miljoen) [...]. De rijkste 130.000 heeft evenveel als de armste 40% (120 miljoen piepeltjes), scholen en openbaar vervoer zijn waardeloos en de middenklasse (of was het de arbeidersklasse?) is sinds 1975 in reële termen niet rijker geworden. O ja, er zijn evenveel agenten als bendeleden (750.000). Ik neem aan dat daar wel wat dubbeltellingen bij zitten, dus dat valt dan weer mee. Kortom, in tegenstelling tot wat de Amerikanen denken, zit de rest van de wereld niet op hun zegeningen te wachten. Oud nieuws aan de overzijde van de omliggende oceanen, maar Parag schrijft voor Amerika.

Khanna beschrijft alle tweede-wereldlanden afzonderlijk. Over sommige is hij positief, over andere negatief. Rusland vindt hij bijvoorbeeld helemaal niks. India eigenlijk ook niet, zoals al gezegd. Singapore weer wel, maar hij zegt er ook bij dat het het saaiste land ter wereld is. Een soort Zwitserland in het kwadraat, denk ik. Chavez wordt in de hoek gezet. Leuk om dat allemaal te lezen.

In de conclusie vat hij wat dingen samen en gaat hij vooral in op de positie van Amerika, waar ik net al wat over heb verteld. Hij is nogal bezorgd over de spanningen die gepaard gaan met de verschuiving van de machtsverhoudingen en de race om de resterende grondstoffen op onze gezamenlijke wereld. China kan bij een groei van 10% per jaar inderdaad in 21 jaar 8x zo groot worden, volgens de 72-regel, en dan is het in termen van BNP bijna net zo groot als Europa en de VS nu bij elkaar. Ze vinden het daar hartstikke fijn aan hun kant van de Euraziatische landmassa en vinden het volkomen terecht dat hun rijk het machtigste is (altijd al geweest, op een uitglijer tussen 1830 en 2030 na). Ik geloof dat ze ons maar rare, harige mensen vinden, die eten met zwaarden. (Dit zegt Khanna niet, hoor).

Daar word ik ook wel onrustig van.

vrijdag 6 maart 2009

Of ik van de Mattheus hield


Dat vroeg een collega me. Nou, voor klassieke muziek heb ik een blinde (dove?) vlek. Van huis uit heb ik de liefde voor de klassieke muziek niet meegekregen. Voor geen enkele soort. Mijn vader ging ooit eens naar de V&D om een plaat van een zanger te kopen, voor bij zijn grammofoon. En hij kwam thuis met een plaat van Herb Alpert (van de Tijuana Brass) en dat is een trompettist. That sums it up. Of in de terminologie van Bourdieu, die we hier allemaal zo goed kennen, geen cultureel kapitaal geërfd.

Zelf heb ik als veertienjarige, opgejut door de beschavingsdrang van de leraar Latijn, geprobeerd om me bij te scholen door platen (ja, platen) te kopen van Stravinsky, Shostakovitch, Satie en nog zo wat types - Beethoven met zijn Waldsteinsonate moet ik hier niet vergeten - en ik ben netjes de CJP-kussenconcerten (je moest op de grond zitten in een kerk, dus je kon beter een kussen meenemen) in de stad afgeweest, maar ondanks alle goede bedoelingen heb ik eigenlijk geen klassieke muziek gevonden die me raakt.

Op de middelbare school hebben ze geprobeerd me wijs te maken dat klassieke muziek hoger is dan John Coltrane, Jimi Hendrix en Hepie en Hepie (Ik lig op mijn kussen stil te droooooomen), ongeveer in die volgorde, en weet je, dat is bullshit. Excusez le mot. Het verschil zit hem in het idioom, dat is het, niet in de diepte, hoogte of breedte van de gevoelens die vertolkt worden. Muziek is trouwens abstract. Er is geen enkele reden dat er acht noten in een octaaf zitten, of dat er octaven zijn. Het is gewoon gewenning.

Het klassieke idioom is zo versteend, ritueel en formeel, dat het in mijn ogen (oren) iedere emotie verstikt, ik krijg hem er in ieder geval niet uitgepeurd. Ik lees wel eens over mensen die het partituur meenemen naar een concert. Die zijn vast niet met emotie bezig.

Jazz raakt me trouwens vaak ook niet zo, behalve als ik het zelf speel, maar Jimi Hendrix komt meestal binnen als een vrachtwagencombinatie in een eenkamerwoninkje. Van Hepie en Hepie word ik moe. ("Vanavond heb ik hoofdpijn", van Hanny, zonder de Rekels, heeft nog wel een goeie tekst, maar dat is een vrij bijzonder in dat genre)

Met emotie bedoel ik hier niet, of niet alleen, streling van het oor (ik weet niet precies wat dat is, maar ik had een leraar Latijn in de tweede die beweerde dat muziek er is om het oor te strelen, dus exit Deep Purple, zoveel was wel duidelijk. En dat terwijl ik net mijn postzegelverzameling had ingeruild voor een grammofoon en Deep Purple In Rock!), en ook niet alleen melancholie over verbroken relaties, verbittering over het uitsterven van het regenwoud of tranen om het overlijden van Snuf het konijn.

De neurotische funk van Anton Goudsmit (mp3 op verzoek leverbaar, oh nee, dat is heling: koop de CD maar lekker zelf) appelleert bijvoorbeeld aan mijn drang om me aan te stellen, uit mijn dak te gaan en bushokjes (of sommige collega's) in elkaar te trappen, een drang die ik als huisvader en middelbaar employee toch heb. En dat is ook een gevoel dat muziek kan oproepen en dat ik er graag in zoek en vind. Het snelle stuk van de Waldsteinsonate heeft trouwens een vergelijkbare uitwerking, vooral alstie een beetje hard mag, ook al is het klassiek.

De Mattheuspassion maakt bij mij dus weinig los. Vooral van die verteller word ik zenuwachtig. Sommige stukjes zijn wel goed hoor. Mache dich, mein Herze, rein is een lekker clipje, dat ik me van een uitvoering herinner die ik verder tergend lang vond duren, ook die keer dat ik op een normale schouwburgstoel zat in plaats van een bank in de kerk van Naarden, maar ja, je moet je mond houden en je mag tussendoor geen bier halen. O Haupt voll Blut und Wunden is voor mij zelfs onversneden melancholie, omdat we dat toen ik op de lagere school zat elke Goede Vrijdag om half drie in de Brigidakerk zongen, in afwachting van het scheuren van de Voorhang in de Tempel van Jeruzalem ongeveer 1933 tot 1936 jaar daarvoor. Ik vond het toen al een mooi nummer. Maar dat is het dan wel zo'n beetje. En ik heb best wat met barok, vanwege de trompetles vroeger. Leuke herhalende patroontjes waarin telkens een noot verschuift, dat vond ik lekker spelen.

Voor alle emo-snobs: componisten als Bach waren helemaal niet met gevoel bezig, evenmin als dichters als Hooft en Petrarca. De gevoelens zijn pas in de Romantiek uitgevonden. Bach c.s. waren uitsluitend met vorm bezig, op een mathematische manier (als in Gödel, Escher, Bach, nooit uitgelezen). Bach rende heus niet naar zijn schrijftafel als zijn favoriete koe naar de slacht moest om zijn gevoelens van verslagenheid te vereeuwigen. Mensen van nu lezen die erin, omdat ze daarnaar op zoek zijn en jutten elkaar daarin op, waardoor er een soort Pavlov-effect onstaat: zodra de eerste maat van Erbarme Dich klinkt, stromen ieders ogen vol, althans van iedereen die zich heeft laten conditioneren, en als dat ze goed doet lijkt me dat geen strafbaar feit. Maar niet gaan lopen zeiken over hogere en lagere kunst. En helemaal niet over diepe en ondiepe gevoelens. Foei!

donderdag 29 januari 2009

Krijgsgeschal



Deze recensie is aan de late kant, want Oorlogsroes van Ernst Jünger verscheen in 1920, maar ja, ik heb het net geërfd, dus voor mij is het nieuws. Het is een bewerking van zijn dagboek, dat hij drie jaar lang als officier aan het front heeft bijgehouden.

Jünger is gevierd als schrijver en verketterd als oorlogsverheerlijker, maar waarschijnlijk door verschillende mensen. Schrijven kan hij in ieder geval. Als het boek saai wordt, is het omdat het leven aan het front saai is. Elke dag nieuwe gevechten, nieuwe bombardementen, nieuwe slachtoffers en tussendoor wordt er aan een stuk door gerookt en gedronken.

Het is niet het anti-oorlogsboek dat in onze tijd de norm is. De meesten mensen hebben inmiddels wel door dat er weinig heldhaftigs aan oorlog is en voor de enkeling die na teveel films en games denkt dat het een spelletje is waarin alleen slechteriken en figuranten sneuvelen is er bijvoorbeeld de openingsscene van Saving Private Ryan om hem weer bij de les te krijgen. Leve het individualisme.

Jünger is van vóór die tijd en hij deelde het enthousiasme waarmee de eerste wereldoorlog door heel Europa werd begroet. Het is wel gek dat dat nergens omslaat in een diepe afkeer, zoals bij Remarque of Graves. Ik ben één zin tegengekomen waarin hij zegt dat hij ook niet weet waarom mensen oorlogvoeren. Verder doet hij gewoon mee. Hij moet een prettige collega zijn geweest voor zijn superieuren en ondergeschikten. Efficiënt, doortastend, opgewekt, hij weet zijn angst te beheersen en is loyaal zonder al te veel morren.

Natuurlijk vindt hij het niet leuk om met kerst in 1916 te zien dat van zijn compagnie van het jaar ervoor nog maar vijf mensen over zijn. Hij beschrijft ergens hoe hij zich voelt als zijn loopgraaf gebombardeerd wordt. Dat is net alsof je aan een paal bent vastgebonden en iemand je met een hamer, ik denk een voorhamer, aan een lange steel, probeert te raken. De ene keer mist hij, de andere keer slaat hij een paar splinters van de paal. De schrijver is zo subtiel om de andere mogelijkheden aan de fantasie van de lezer over te laten en bij mij werkt dat goed: mijn nekharen gaan ervan overeind staan. Ik ben benieuwd of ik deze passage snel vergeet.

Maar Junger leefde in een periode dat het nog niet normaal werd gevonden, laat staan aangemoedigd, om zelfs maar de geringste rimpeling van het gevoelsleven wereldkundig te maken, in een blogje of zo. Het verhaal is dus geen litanie over hoe erg, zinloos en walgelijk de oorlog is, maar hij steekt ook niet onder stoelen of banken hoe verlammend de angst is in de laatste minuten voor de aanval. En hoe meeslepend de bloeddorst kan zijn als je eenmaal uit je loopgraaf bent geklommen en oog in oog met de vijand staat. Dat ook.

Dat hij in latere jaren beschuldigd is van het idealiseren van het oorlogsbedrijf snap ik niet. Ik haal dat niet uit het boek. Hij is wel een lefgozer, die met in zijn ene hand een wandelstok en in zijn andere een pistool de loopgraaf uitklimt, ten aanval. Hij vertelt ook vaak hoe hij 's nachts in de loopgraaf bij andere officieren op bezoek gaat en dat ze dan gezellig gaan zitten kletsen en drinken en paffen. Of dat hij in zijn eentje in zijn ondergrondse verblijf met een lekker stukje worst Aristoteles zit te lezen, terwijl verderop de bommen en granaten inslaan. Dat is niet politiek-correct, maar ja, als hij daar nou gezellig zat moet hij het ook maar zo opschrijven.

Het verontrustende van het boek is niet de verheerlijking van strijd, oorlog en moed, maar juist de zakelijke benadering ervan. Junger wil een goede soldaat zijn, dus hij wil graag vechten, scoren zeg maar, in het taalgebruik van deze eeuw. Hij heeft ook geen hekel aan de tegenpartij. Hij doet gewoon wat hij moet doen ("hij doet ook maar gewoon zijn werk", ook nu nog een algemeen aanvaard excuus voor van alles en nog wat), met een mengeling van professionaliteit, relativeringsvermogen, soms ook plezier en natuurlijk ook angst en afschuw. Als je zo'n man vraagt om een concentratiekamp te bewaken doet hij het ook, naar beste vermogen, en als je hem vraagt vanuit een bunker in Nevada onbemande vliegtuigjes boven Irak te besturen en bommen te laten gooien doet hij het ook. Afwisselend werk en toch 's avonds op tijd thuis om met de kinderen te eten.

Aan het eind van de oorlog, in zijn laatste gevecht, terwijl zijn medestrijders zich in groten getale overgeven, vindt hij dat hij moet doorvechten. Hij drukt zijn pistool tegen een Engelse soldaat die bezig is krijgsgevangenen af te voeren en haalt de trekker over. Ik zou graag weten wat hij daar achteraf van vond. Het enige wat ik weet is dat hij op latere leeftijd is gaan experimenteren met LSD en op zijn sterfbed katholiek is geworden. Zou hij daarmee zijn geweten hebben willen sussen of had hij geen wroeging?

zondag 25 januari 2009

Te lui om te werken


Vandaag ben ik naar kasteel De Haar geweest, achter de A2 bij Utrecht. Leek me leuk en leerzaam voor de kinderen. Ik wist dat het een nepkasteel was, een neo-gevalletje, maar die kunnen ook mooi zijn. En het was steenkoud, dus het zou vast lekker rustig zijn en dat is ook prettig als je iets gaat bekijken.

Het was inderdaad een nepding, neogotisch nep en het verhaal gaat als volgt. In 1890 erfde Etienne van Zuijlen van Nijevelt van de Haar een ruïne, die hij wel interessant vond. Omdat hij drie jaar daarvoor met een mevrouw Rothschild was getrouwd, van de bank, zat hij nogal aardig in de centen en besloot hij er iets moois van te maken.

In die tijd, net als nu eigenlijk, was de gothiek weer eens helemaal hot, kijk maar naar het Centraal Station in Amsterdam en het Rijksmuseum, toevallig in dezelfde stad. Het hele land werd ook volgebouwd met kerken, nadat in 1853 de katholieken weer uit de kast waren gekomen. Bijna alles werd ongeveer verzonnen door de Limburgse architect Pierre Cuypers, die ook uitgebreide ateliers had voor beeldhouwwerk, houtsnijwerk en weet ik wat allemaal, want dat hoort ook allemaal bij de gothiek. Kennelijk was het voor Van Zuijlen etc. geen probleem om deze topper in te huren, die op zijn 65e vrolijk aan de slag ging en er 20 jaar mee in de weer bleef.

Het resultaat was een best wel aardig herbouwd kasteel in een gotische stijl, waar ik niet van houd. Niet van het echte werk in de 13e eeuw en ook niet alle neo-stijlen daarna. Het deed me wel heel erg denken aan de parochiekerk waarin ik ooit misdienaar was, ook al was die niet van Cuypers, wat ik altijd wel gedacht had. Het schilderwerk, de versierinkjes, net de Maria- en Brigidakerk in Zesgehuchten, alleen het gerochel van pastoor Joosten ontbrak.

Mevrouw Rothschild had trouwens geen zin in die neogotiek en liet voor zichzelf een paar kamers inrichten in Edwardian stijl, als dat ongeveer klopt. Je kon toen ook al, daar hadden ze geen Internet voor nodig, per postorder een interieur op maat laten aanrukken. Witte meubeltjes met roze behangetjes en wat renaissancige ornamentjes.

Maar nou komt het: De Van Zuijlen van Nijvelt van de Haar-Rotschildjes hebben er nooit serieus gewoond! Ze kwamen er een keer per jaar een maand feesten, als het te warm was in Zuid-Frankrijk, eerst augustus, later september. Het baronale hof verplaatste zich dan voor een maandje naar onze gezellige moerasdelta en Etienne vergat niet zijn favoriete paarden en auto's (hij was bobo bij de Automobile Club de France) mee te laten nemen. Om het een beetje afwisselend te maken werden er op een gegeven moment ook gasten uitgenodigd uit de wereld van kunst en entertainment. Je ziet foto's van Maria Callas, en Roger Moore en Brigitte Bardot hebben er ook rondgehangen.

Toen ik las dat de arme huidige baron Thierry al 2 jaar zijn septemberfeestjes niet heeft kunnen houden vanwege de restauratie en dat hij het hele kasteel kado gedaan heeft aan de Nederlandse staat, op voorwaarde dat hij er in september kan wonen (het publiek wordt dan ook geacht zich gedeisd te houden), werd het me ineens allemaal te gortig: hier is dus een of andere patser, die zich suf golft en zijn hele leven geen nuttige bezigheid heeft weten te verzinnen, erin geslaagd de Nederlandse staat de hele restauratie van zijn kasteel te laten betalen. Het enige wat hij daarvoor terug hoeft te doen is zich elf maanden per jaar niet te vertonen, maar dat was hij toch al nooit van plan. Dat moeten wel keiharde onderhandelaars geweest zijn, die we daar hebben ingezet.

Ik ben er toch wel heel erg voor om de successierechten te verhogen naar 98% met een vrijstellinkje van een half miljoen of zo. Ik kan echt geen enkele reden verzinnen waarom iemand zo krankzinnig rijk zou moeten zijn en zeker niet als hij er geen vinger voor heeft uitgestoken. Bill Gates, vooruit, die heeft de hele wereld aan de computer gebracht, net zoals Rockefeller ooit de olie-industrie heeft uitgevonden, maar waarom erfgenamen van erfgenamen van erfgenamen daar nog van zouden moeten profiteren? Ik vind dat iedereen minstens eens per jaar de plee moet schoonmaken als oefening in bescheidenheid en verder gewoon moet werken voor zijn geld. Als je vader of je moeder rijk is krijg je wel genoeg mee aan opleiding, goeie manieren en netwerk.

Kortom, de Van Zuijlen Van Nijevelt van de Haartjes moeten opzouten naar een net rijtjeshuis in De Meern en het kasteel moet gewoon altijd en helemaal en voor iedereen open. Die het wil zien. En erfenissen schaffen we af, net als bonussen. Dat gaat in een moeite door.

maandag 19 januari 2009

Gaza


Hoe kun je nou 1,4 miljoen mensen in een strook land van 400 km in het vierkant opsluiten en denken dat ze beleefd gaan zitten afwachten tot ze uitgehongerd zijn of geholpen worden? En dan boos doen als er elke dag 10 gammele raketten op je af worden geschoten en voor straf dat stukje land aan gort schieten. En er mee weg komen.

Is het een natuurwet dat waar twee groepen twisten om een stuk land ze elkaar naar het leven gaan staan en dat de groep met de beste wapens en het meeste geld de andere marginaliseert? Dit even los van alle verwijten die de partijen elkaar maken en de goden ze erbij slepen, want daar worden ze het nooit over eens. De voorbeelden die bij me opkomen zijn de indianen en de aboriginals, maar dat was in de 19e eeuw. Darfur misschien?

Als we hier inderdaad met een natuurwet van doen hebben, ziet het er nogal somber uit. Het enige wat dan helpt is die groepen ieder een eigen stuk land geven en zorgen dat ze elkaar niet lastig kunnen vallen. Wie gaat daarvoor zorgen? Obama houdt zich akelig stil, ik neem aan dat hij er weinig voor voelt zijn leger uit Irak door te sturen naar Israël. Blauwhelmen lijken me geen alternatief. Die laten zich als je een beetje hard tegen ze praat met een schemerlamp naar huis sturen. "Daar komen de smurfen", riepen de Serven in de laatste Balkanoorlog als er weer eens een VN-detachmentje langs kwam.

OK, dit gaat dus door zolang er genoeg mannen tussen de 18 en 35 in Gaza zijn die niet beters te doen hebben (http://en.wikipedia.org/wiki/Youth_bulge#Youth_bulge), in ieder geval zolang als Israël en Egypte de Gaza-strook op slot houden. Wat een ellende.

dinsdag 13 januari 2009

Natural high


Ik was gisterenavond aan het hardlopen, hier verderop, over de campus, boven mij de sterren, onder mij mijn gympen, in mijn oren de muziek van Evy, en ik was blij. Bij "blij" denk ik tegenwoordig "endorfine", "of serotonine" of "dopamine", met dank aan de neurobiologie, waar ik niet zoveel van begrijp.

Als ik fiets heb ik het ook, en als ik zing helemaal. Het heeft dus niets te maken met Gezondheid, of Kunst, maar gewoon met stofjes in je hoofd die je vrij laat komen. Het is amoreel en waardevrij en het neemt je helemaal in beslag. Alleen maar prettigheid en maar een heel vaag besef van de buitenwereld. Geen zorgen, geen spijt, geen jaloezie, geen verbittering, nada.

En als dat nou zo is, dacht ik, zo gemakkelijk en helemaal voor niks, als je die gevoelens, ik bedoel die stofjes, gewoon kan oproepen, door je voeten op en neer te doen of door je stem te laten klinken, en je krijgt er helemaal niks van, moet je dat dan gewoon niet zo vaak mogelijk doen?

Ik vind dat geen makkelijke vraag.