zaterdag 11 februari 2006

Vrijheid van meningsuiting

Het staat me bij dat de vrijheid van meningsuiting is uitgevonden om burgers te beschermen tegen een overheid die niet van hun opvattingen gediend is.

Het is niet bedoeld om iedere flapdrol die iets roept spreektijd te garanderen. Ik denk aan types als Theo van Gogh of Pim Fortuyn. Dat waren mensen die dingen riepen om aandacht te krijgen.

Waar het om gaat is dat mensen in een gemeenschap op zoek kunnen naar de waarheid. Nou bestaat die niet, althans niet één, er zijn er een heleboel, en iedereen beslist daar zelf over, maar het is vervelend als belangrijke feiten of meningen verborgen blijven en mensen, of instanties, niet gevraagd kan worden naar de achtergrond van feiten of gedragingen.

Het grootste deel van de wereld kijkt hier anders tegenaan, ook in de landen die de Verlichting hebben meegemaakt. Mensen vinden het dan vervelend als hun opvattingen ter discussie worden gesteld of als ze ter verantwoording worden geroepen voor hun gedrag. Soms zeggen ze dan dat ze zich gekwetst voelen en ze willen dan bijvoorbeeld geen boter meer van je kopen.

Het is de vraag hoe je hiermee omgaat. Je kunt zeggen dat mensen die iets roepen iets beter moeten nadenken voor ze dat doen. Met name journalisten en programmamakers kun je dat voor de voeten werpen, want die zijn vaak minder goed geïnformeerd dan je mag aannemen, gezien die tijd en de middelen die ze hebben om zich te informeren. Dat kan nooit kwaad.

Je kunt ook zeggen dat je een beetje voorzichtig moet zijn met uitspraken waardoor mensen zich gekwetst voelen. In het algemeen is dat ook netjes en fatsoenlijk en het is belangrijk dat mensen dat zijn. Het maakt natuurlijk wel uit waar je die uitspraken doet. Als je dat in Mekka doet tijdens de jaarlijkse bedevaart is het wat anders dan als je dat in een krant doet waar mensen voor moeten betalen. Mensen die zich eventueel gekwetst zouden voelen hoeven die krant niet te kopen.

Alleen de mogelijkheid dat mensen zich gekwetst kunnen voelen is geen reden om opvattingen of beslissingen te verbergen. Dan is het einde zoek, want iedereen kan wel zeggen dat hij zich heel erg gekwetst voelt. Als je je zo gekwetst voelt moet je wel kunnen uitleggen waarom dat is. Misschien neem je het wel te zwaar op, dat zou dan kunnen blijken. Bovendien kunnen mensen zich wel om alles gekwetst voelen, of ze kunnen denken dat ze gekwetst zijn, zonder precies te weten wat er nou gezegd of gedaan is.

We leven nu natuurlijk in een wereld waarin groepen zich alleen al door het bestaan van andere groepen, met andere ideeën, gekwetst voelen.

[...]

Ik denk dat veel mensen een beter leven zouden kunnen hebben als ze er net zo over dachten, maar het zal nog wel even duren voordat meer mensen dat vinden. In het gunstigste geval komen we uit op een wereldwijde verzuiling, waarin iedereen soeverein is in eigen kring. In het ongunstigste geval wordt er eerst nog een godsdienstoorlog gevoerd en komt er daarna een wereldwijde verzuiling. Dat is dan wel jammer van die oorlog.

Al dat gezeik over respect

Ik snap helemaal niks van respect. Respect heb je voor mensen die ergens heel goed in zijn en je hebt ook nog ontzag, dat ook op angst gebaseerd kan zijn. Respect is ook niet iets waar je om kunt vragen, je kunt het krijgen.

Ik ben niet religieus en ik voel weinig respect voor mensen die wel religieus zijn. Misschien komt dat nog eens als iemand heel goed kan uitleggen waarom hij religieus is. Of zij. Ik ben bang dat ik niet snel te overtuigen ben.

Tolerantie is iets anders. Ik ben bereid alles te tolereren wat andere mensen in hun waarde laat. Een aantal opvattingen over religie, of globalisering, de opvatting van democratie van Bush en de zijnen, vallen daar niet onder.

Ik kan me nog een financi"ele crisis herinneren, in de jaren negentig of aan het eind van de jaren tachtig, die met name in Zuid-Oost Azi"e erg hard aankwam. Een vriend van me, die voor een bank werkte, zei dat die crisis werd veroorzaakt door imperfecties in het marktmechanisme ter plaatse en dat het een goeie zaak was dat dat nu hersteld was. Ik vroeg me af hoe hij dat zou uitleggen aan mensen die op straat waren komen te staan.