zondag 5 april 2009

Lees ook eens een keer een geleerd boek in plaats van al die romannetjes!


Eindelijk uit. Ik heb het geloof ik in september gekocht, bij een snelle raid in mijn middagpauze op de boekhandel in de Passage. Het gaat over globalisering en geopolitiek. Kennelijk is het verband tussen die twee in de wetenschap nog niet gelegd. Het ene is economisch, het andere politiek en dat zit waarschijnlijk in verschillende faculteiten. Naar nu blijkt kun je daar een boeiend boek over schrijven.

Even een klein uitstapje naar een ander geleerd boek: Paul Kennedy heeft in The rise and fall of the great powers aardig aannemelijk weten te maken dat militaire en economische macht hand in hand gaan. Hij geeft met simpele productiegrafiekjes bijvoorbeeld aan dat Duitsland simpelweg te weinig industrie en grondstoffen had, inclusief de Oekraïene en wat ze er allemaal bij veroverd hebben in die vier, vijf jaar, om de oorlog te winnen van Rusland en Amerika. Tenzij die zich natuurlijk hadden laten overbluffen en zich hadden overgegeven, zoals onze vrienden de Fransen in 1940. Macht (militair, economisch of politiek, het hangt trouwens redelijk samen) komt dus niet uit de lucht vallen en geopolitiek bestuderen zonder naar de economische basis te kijken is dus redelijk amateuristisch. Maar dat terzijde.

Khanna is met een klein budget, klaagt hij ergens, zo ongeveer alle tweede-wereldhoofdsteden van de wereld afgereisd en is in ieder land net zo lang blijven hangen tot hij vond dat hij het begreep. Hij deelt de wereld in in eerste-wereldlanden, derde-wereldlanden en tweede-wereldlanden. Dat laatste is een nieuw gebruik van de term die vroeger voor ongebonden landen werd gebruikt. Khanna gebruikt hem voor landen die op de wip zitten tussen de eerste en de derde wereld. Turkije is er een.

Tweede-wereldlanden aarzelen bij welk blok ze zich moeten aansluiten. De keuze gaat tussen VS, Europa en China. Dat Europa buiten Europa als één geheel wordt gezien is nogal een verrassing voor een Nederlander. Wilders zou het eens moeten weten, dan ging hij misschien zijn hersens een gebruiken. Ieder van de drie landen probeert de rest op zijn eigen manier te verleiden. China met goedkope spullen, wapens en infrastructuurprojecten. De EU probeert stapje voor stapje alle aangrenzende landen in te lijven. Vooral recente lidstaten, zoals de Baltische, doen erg hun best om hun buren erbij te betrekken. Denk dan aan de Oekraïene. Maar ook verderop is de EU actief met politieke steun voor nette regimes of politieke bewegingen, handel en hier en daar wat hulp. De VS zijn zo langzamerhand wat minder succesvol.

Eigenlijk hebben de VS niks meer te vertellen in de landen rond de Zuidchinese Zee en zelfs Australië en Nieuwzeeland hebben zo langzamerhand een sterkere band met China dan met de VS. De VS hebben zich enorm geïsoleerd met de Irak-oorlog, Guantanamo Bay en het niet meedoen aan het Kyoto-verdrag en het internationale strafhof. Het is ook wel pijnlijk om te zien dat de rijkdom van de VS voor een groot deel geleend is. Daar hebben we nu een kredietcrisis aan te danken, maar die was nog niet begonnen toen Khanna zijn boek schreef.

Wat opmerkelijk is, is dat Khanna een heel eind meegaat in de Chinese redenering dat sociale gelijkheid belangrijker is dan politieke vrijheid. Zie ook Singapore. Hij gelooft er wel in dat verlichte despoten, zoals dat hiero vroeger heette, beter in staat zijn om bijvoorbeeld etnisch ingewikkelde staten bij elkaar te houden en om landen economisch de goeie kant op te sturen, dan veel democratieën. Van India heeft hij bijvoorbeeld geen hoge pet op, omdat het, hoewel een democratie, volkomen onbestuurbaar is. Indonesië en Rusland zijn ook democratieën, dus dan weet je eigenlijk wel genoeg.

Amerika maakt als democratie ook weinig indruk. De sociale ongelijkheid is er enorm, 40 miljoen (van de 300 miljoen) [...]. De rijkste 130.000 heeft evenveel als de armste 40% (120 miljoen piepeltjes), scholen en openbaar vervoer zijn waardeloos en de middenklasse (of was het de arbeidersklasse?) is sinds 1975 in reële termen niet rijker geworden. O ja, er zijn evenveel agenten als bendeleden (750.000). Ik neem aan dat daar wel wat dubbeltellingen bij zitten, dus dat valt dan weer mee. Kortom, in tegenstelling tot wat de Amerikanen denken, zit de rest van de wereld niet op hun zegeningen te wachten. Oud nieuws aan de overzijde van de omliggende oceanen, maar Parag schrijft voor Amerika.

Khanna beschrijft alle tweede-wereldlanden afzonderlijk. Over sommige is hij positief, over andere negatief. Rusland vindt hij bijvoorbeeld helemaal niks. India eigenlijk ook niet, zoals al gezegd. Singapore weer wel, maar hij zegt er ook bij dat het het saaiste land ter wereld is. Een soort Zwitserland in het kwadraat, denk ik. Chavez wordt in de hoek gezet. Leuk om dat allemaal te lezen.

In de conclusie vat hij wat dingen samen en gaat hij vooral in op de positie van Amerika, waar ik net al wat over heb verteld. Hij is nogal bezorgd over de spanningen die gepaard gaan met de verschuiving van de machtsverhoudingen en de race om de resterende grondstoffen op onze gezamenlijke wereld. China kan bij een groei van 10% per jaar inderdaad in 21 jaar 8x zo groot worden, volgens de 72-regel, en dan is het in termen van BNP bijna net zo groot als Europa en de VS nu bij elkaar. Ze vinden het daar hartstikke fijn aan hun kant van de Euraziatische landmassa en vinden het volkomen terecht dat hun rijk het machtigste is (altijd al geweest, op een uitglijer tussen 1830 en 2030 na). Ik geloof dat ze ons maar rare, harige mensen vinden, die eten met zwaarden. (Dit zegt Khanna niet, hoor).

Daar word ik ook wel onrustig van.