donderdag 29 januari 2009

Krijgsgeschal



Deze recensie is aan de late kant, want Oorlogsroes van Ernst Jünger verscheen in 1920, maar ja, ik heb het net geërfd, dus voor mij is het nieuws. Het is een bewerking van zijn dagboek, dat hij drie jaar lang als officier aan het front heeft bijgehouden.

Jünger is gevierd als schrijver en verketterd als oorlogsverheerlijker, maar waarschijnlijk door verschillende mensen. Schrijven kan hij in ieder geval. Als het boek saai wordt, is het omdat het leven aan het front saai is. Elke dag nieuwe gevechten, nieuwe bombardementen, nieuwe slachtoffers en tussendoor wordt er aan een stuk door gerookt en gedronken.

Het is niet het anti-oorlogsboek dat in onze tijd de norm is. De meesten mensen hebben inmiddels wel door dat er weinig heldhaftigs aan oorlog is en voor de enkeling die na teveel films en games denkt dat het een spelletje is waarin alleen slechteriken en figuranten sneuvelen is er bijvoorbeeld de openingsscene van Saving Private Ryan om hem weer bij de les te krijgen. Leve het individualisme.

Jünger is van vóór die tijd en hij deelde het enthousiasme waarmee de eerste wereldoorlog door heel Europa werd begroet. Het is wel gek dat dat nergens omslaat in een diepe afkeer, zoals bij Remarque of Graves. Ik ben één zin tegengekomen waarin hij zegt dat hij ook niet weet waarom mensen oorlogvoeren. Verder doet hij gewoon mee. Hij moet een prettige collega zijn geweest voor zijn superieuren en ondergeschikten. Efficiënt, doortastend, opgewekt, hij weet zijn angst te beheersen en is loyaal zonder al te veel morren.

Natuurlijk vindt hij het niet leuk om met kerst in 1916 te zien dat van zijn compagnie van het jaar ervoor nog maar vijf mensen over zijn. Hij beschrijft ergens hoe hij zich voelt als zijn loopgraaf gebombardeerd wordt. Dat is net alsof je aan een paal bent vastgebonden en iemand je met een hamer, ik denk een voorhamer, aan een lange steel, probeert te raken. De ene keer mist hij, de andere keer slaat hij een paar splinters van de paal. De schrijver is zo subtiel om de andere mogelijkheden aan de fantasie van de lezer over te laten en bij mij werkt dat goed: mijn nekharen gaan ervan overeind staan. Ik ben benieuwd of ik deze passage snel vergeet.

Maar Junger leefde in een periode dat het nog niet normaal werd gevonden, laat staan aangemoedigd, om zelfs maar de geringste rimpeling van het gevoelsleven wereldkundig te maken, in een blogje of zo. Het verhaal is dus geen litanie over hoe erg, zinloos en walgelijk de oorlog is, maar hij steekt ook niet onder stoelen of banken hoe verlammend de angst is in de laatste minuten voor de aanval. En hoe meeslepend de bloeddorst kan zijn als je eenmaal uit je loopgraaf bent geklommen en oog in oog met de vijand staat. Dat ook.

Dat hij in latere jaren beschuldigd is van het idealiseren van het oorlogsbedrijf snap ik niet. Ik haal dat niet uit het boek. Hij is wel een lefgozer, die met in zijn ene hand een wandelstok en in zijn andere een pistool de loopgraaf uitklimt, ten aanval. Hij vertelt ook vaak hoe hij 's nachts in de loopgraaf bij andere officieren op bezoek gaat en dat ze dan gezellig gaan zitten kletsen en drinken en paffen. Of dat hij in zijn eentje in zijn ondergrondse verblijf met een lekker stukje worst Aristoteles zit te lezen, terwijl verderop de bommen en granaten inslaan. Dat is niet politiek-correct, maar ja, als hij daar nou gezellig zat moet hij het ook maar zo opschrijven.

Het verontrustende van het boek is niet de verheerlijking van strijd, oorlog en moed, maar juist de zakelijke benadering ervan. Junger wil een goede soldaat zijn, dus hij wil graag vechten, scoren zeg maar, in het taalgebruik van deze eeuw. Hij heeft ook geen hekel aan de tegenpartij. Hij doet gewoon wat hij moet doen ("hij doet ook maar gewoon zijn werk", ook nu nog een algemeen aanvaard excuus voor van alles en nog wat), met een mengeling van professionaliteit, relativeringsvermogen, soms ook plezier en natuurlijk ook angst en afschuw. Als je zo'n man vraagt om een concentratiekamp te bewaken doet hij het ook, naar beste vermogen, en als je hem vraagt vanuit een bunker in Nevada onbemande vliegtuigjes boven Irak te besturen en bommen te laten gooien doet hij het ook. Afwisselend werk en toch 's avonds op tijd thuis om met de kinderen te eten.

Aan het eind van de oorlog, in zijn laatste gevecht, terwijl zijn medestrijders zich in groten getale overgeven, vindt hij dat hij moet doorvechten. Hij drukt zijn pistool tegen een Engelse soldaat die bezig is krijgsgevangenen af te voeren en haalt de trekker over. Ik zou graag weten wat hij daar achteraf van vond. Het enige wat ik weet is dat hij op latere leeftijd is gaan experimenteren met LSD en op zijn sterfbed katholiek is geworden. Zou hij daarmee zijn geweten hebben willen sussen of had hij geen wroeging?

zondag 25 januari 2009

Te lui om te werken


Vandaag ben ik naar kasteel De Haar geweest, achter de A2 bij Utrecht. Leek me leuk en leerzaam voor de kinderen. Ik wist dat het een nepkasteel was, een neo-gevalletje, maar die kunnen ook mooi zijn. En het was steenkoud, dus het zou vast lekker rustig zijn en dat is ook prettig als je iets gaat bekijken.

Het was inderdaad een nepding, neogotisch nep en het verhaal gaat als volgt. In 1890 erfde Etienne van Zuijlen van Nijevelt van de Haar een ruïne, die hij wel interessant vond. Omdat hij drie jaar daarvoor met een mevrouw Rothschild was getrouwd, van de bank, zat hij nogal aardig in de centen en besloot hij er iets moois van te maken.

In die tijd, net als nu eigenlijk, was de gothiek weer eens helemaal hot, kijk maar naar het Centraal Station in Amsterdam en het Rijksmuseum, toevallig in dezelfde stad. Het hele land werd ook volgebouwd met kerken, nadat in 1853 de katholieken weer uit de kast waren gekomen. Bijna alles werd ongeveer verzonnen door de Limburgse architect Pierre Cuypers, die ook uitgebreide ateliers had voor beeldhouwwerk, houtsnijwerk en weet ik wat allemaal, want dat hoort ook allemaal bij de gothiek. Kennelijk was het voor Van Zuijlen etc. geen probleem om deze topper in te huren, die op zijn 65e vrolijk aan de slag ging en er 20 jaar mee in de weer bleef.

Het resultaat was een best wel aardig herbouwd kasteel in een gotische stijl, waar ik niet van houd. Niet van het echte werk in de 13e eeuw en ook niet alle neo-stijlen daarna. Het deed me wel heel erg denken aan de parochiekerk waarin ik ooit misdienaar was, ook al was die niet van Cuypers, wat ik altijd wel gedacht had. Het schilderwerk, de versierinkjes, net de Maria- en Brigidakerk in Zesgehuchten, alleen het gerochel van pastoor Joosten ontbrak.

Mevrouw Rothschild had trouwens geen zin in die neogotiek en liet voor zichzelf een paar kamers inrichten in Edwardian stijl, als dat ongeveer klopt. Je kon toen ook al, daar hadden ze geen Internet voor nodig, per postorder een interieur op maat laten aanrukken. Witte meubeltjes met roze behangetjes en wat renaissancige ornamentjes.

Maar nou komt het: De Van Zuijlen van Nijvelt van de Haar-Rotschildjes hebben er nooit serieus gewoond! Ze kwamen er een keer per jaar een maand feesten, als het te warm was in Zuid-Frankrijk, eerst augustus, later september. Het baronale hof verplaatste zich dan voor een maandje naar onze gezellige moerasdelta en Etienne vergat niet zijn favoriete paarden en auto's (hij was bobo bij de Automobile Club de France) mee te laten nemen. Om het een beetje afwisselend te maken werden er op een gegeven moment ook gasten uitgenodigd uit de wereld van kunst en entertainment. Je ziet foto's van Maria Callas, en Roger Moore en Brigitte Bardot hebben er ook rondgehangen.

Toen ik las dat de arme huidige baron Thierry al 2 jaar zijn septemberfeestjes niet heeft kunnen houden vanwege de restauratie en dat hij het hele kasteel kado gedaan heeft aan de Nederlandse staat, op voorwaarde dat hij er in september kan wonen (het publiek wordt dan ook geacht zich gedeisd te houden), werd het me ineens allemaal te gortig: hier is dus een of andere patser, die zich suf golft en zijn hele leven geen nuttige bezigheid heeft weten te verzinnen, erin geslaagd de Nederlandse staat de hele restauratie van zijn kasteel te laten betalen. Het enige wat hij daarvoor terug hoeft te doen is zich elf maanden per jaar niet te vertonen, maar dat was hij toch al nooit van plan. Dat moeten wel keiharde onderhandelaars geweest zijn, die we daar hebben ingezet.

Ik ben er toch wel heel erg voor om de successierechten te verhogen naar 98% met een vrijstellinkje van een half miljoen of zo. Ik kan echt geen enkele reden verzinnen waarom iemand zo krankzinnig rijk zou moeten zijn en zeker niet als hij er geen vinger voor heeft uitgestoken. Bill Gates, vooruit, die heeft de hele wereld aan de computer gebracht, net zoals Rockefeller ooit de olie-industrie heeft uitgevonden, maar waarom erfgenamen van erfgenamen van erfgenamen daar nog van zouden moeten profiteren? Ik vind dat iedereen minstens eens per jaar de plee moet schoonmaken als oefening in bescheidenheid en verder gewoon moet werken voor zijn geld. Als je vader of je moeder rijk is krijg je wel genoeg mee aan opleiding, goeie manieren en netwerk.

Kortom, de Van Zuijlen Van Nijevelt van de Haartjes moeten opzouten naar een net rijtjeshuis in De Meern en het kasteel moet gewoon altijd en helemaal en voor iedereen open. Die het wil zien. En erfenissen schaffen we af, net als bonussen. Dat gaat in een moeite door.

maandag 19 januari 2009

Gaza


Hoe kun je nou 1,4 miljoen mensen in een strook land van 400 km in het vierkant opsluiten en denken dat ze beleefd gaan zitten afwachten tot ze uitgehongerd zijn of geholpen worden? En dan boos doen als er elke dag 10 gammele raketten op je af worden geschoten en voor straf dat stukje land aan gort schieten. En er mee weg komen.

Is het een natuurwet dat waar twee groepen twisten om een stuk land ze elkaar naar het leven gaan staan en dat de groep met de beste wapens en het meeste geld de andere marginaliseert? Dit even los van alle verwijten die de partijen elkaar maken en de goden ze erbij slepen, want daar worden ze het nooit over eens. De voorbeelden die bij me opkomen zijn de indianen en de aboriginals, maar dat was in de 19e eeuw. Darfur misschien?

Als we hier inderdaad met een natuurwet van doen hebben, ziet het er nogal somber uit. Het enige wat dan helpt is die groepen ieder een eigen stuk land geven en zorgen dat ze elkaar niet lastig kunnen vallen. Wie gaat daarvoor zorgen? Obama houdt zich akelig stil, ik neem aan dat hij er weinig voor voelt zijn leger uit Irak door te sturen naar Israël. Blauwhelmen lijken me geen alternatief. Die laten zich als je een beetje hard tegen ze praat met een schemerlamp naar huis sturen. "Daar komen de smurfen", riepen de Serven in de laatste Balkanoorlog als er weer eens een VN-detachmentje langs kwam.

OK, dit gaat dus door zolang er genoeg mannen tussen de 18 en 35 in Gaza zijn die niet beters te doen hebben (http://en.wikipedia.org/wiki/Youth_bulge#Youth_bulge), in ieder geval zolang als Israël en Egypte de Gaza-strook op slot houden. Wat een ellende.

dinsdag 13 januari 2009

Natural high


Ik was gisterenavond aan het hardlopen, hier verderop, over de campus, boven mij de sterren, onder mij mijn gympen, in mijn oren de muziek van Evy, en ik was blij. Bij "blij" denk ik tegenwoordig "endorfine", "of serotonine" of "dopamine", met dank aan de neurobiologie, waar ik niet zoveel van begrijp.

Als ik fiets heb ik het ook, en als ik zing helemaal. Het heeft dus niets te maken met Gezondheid, of Kunst, maar gewoon met stofjes in je hoofd die je vrij laat komen. Het is amoreel en waardevrij en het neemt je helemaal in beslag. Alleen maar prettigheid en maar een heel vaag besef van de buitenwereld. Geen zorgen, geen spijt, geen jaloezie, geen verbittering, nada.

En als dat nou zo is, dacht ik, zo gemakkelijk en helemaal voor niks, als je die gevoelens, ik bedoel die stofjes, gewoon kan oproepen, door je voeten op en neer te doen of door je stem te laten klinken, en je krijgt er helemaal niks van, moet je dat dan gewoon niet zo vaak mogelijk doen?

Ik vind dat geen makkelijke vraag.