zondag 24 juli 2016

Rocking out met de Nieuwe Philharmonie

Ik probeer sinds mijn veertiende - toen ik een krakende elpee met de 5e symphonie van Sjostakovitsj kocht (Largo!) - klassieke muziek leuk te vinden, eigenlijk met verrekte weinig resultaat. Misschien hadden mijn ouders me al in de wieg moet laten wennen aan Bach en zijn collega's, maar die waren daar niet zo in thuis. Mijn vader is ooit eens naar de V&D geweest om een plaat van een zanger te kopen en kwam thuis met een plaats van Herb Alpert. Dat is een trompettist, alleen stond hij zonder trompet op de hoes.

Ik kom nu eigenlijk alleen bij concerten als gezelschapsheer van mijn liefje. Van de week zijn we naar de Nieuwe Philharmonie geweest (als je iets nieuws opricht, waarom kies je dan zo'n ouderwetse naam als Philharmonie en spel je hem zo reactionair?) in de Nicolaïkerk. Mijn favoriete kerk, mooi Romaans en zo. Lekker strak.

Ik let altijd op de gemiddelde leeftijd van het publiek en die van het orkest en ik vermoed dat de verhouding nu 3:1 was. Dat komt vooral omdat het orkest zo jong was. Even later begreep ik ook waarom: dirigent Leertouwer vertelde dat ze dit jaar een monsteromzet van 4 ton gingen halen. Met 30 mensen. 13K de man. Dat is denk ik het minimumjeugdloon voor een 21 jarige. Oudere muzikanten kan de Nieuwe Philharmonie niet betalen. Maar laat die kinderen zich alsjeblieft snel omscholen tot game designer - daar heb je ook muziek bij nodig en het is ook heel creatief - want over 10 jaar is het betalende publiek zo goed als uitgestorven.

Goed, toen we gingen zitten zat er schuin voor ons een nogal dikke man, die achter zich een camera had opgezet, een behoorlijke professionele met een externe microfoon, die wel weer 10 meter van het podium stond. Terwijl hij bezig was, drentelde er een jongetje van een jaar of twaalf, veertien om hem heen. Dat bleek later de hoofdsolist te zijn, Aidan Mikdad. Hij speelde trouwens mooi, een pianoconcert van Mendelsohn. Vraag me niet welk, dan moet ik ze allemaal afluisteren op Spotify.

Of de kleine Aidan een toptalent is, kan ik niet beoordelen. Hij speelde in ieder geval wel lekker snel. Waar mijn verstand dan weer bij stilstaat, is dat ze dan geen microfoon boven die vleugel hangen (die op de juiste wijze verbonden is met een versterker, zeg ik er voor de zekerheid maar even bij). Zo'n kerk galmt namelijk nogal en als de pianist 16e of 32e of 64e noten speelt, wordt het één brij van geluid. Beetje jammer. De hele klassieke muziekwereld lijkt zich nogal fel te verzetten tegen een fatsoenlijke versterking en mixage van live-geluid (in de studio mag het wel), waardoor de gemiddelde Matthäus - in een kerk dus - niet aan te horen is, tenzij je vlak voor of misschien wel op het podium zit. Ik denk dat alleen de dirigent het hoort zoals het bedoeld is. En die hoeft er niet eens een kaartje voor te kopen.

Het lijkt me een misplaatste poging authentiek over te komen. Ga dan ook improviseren en laat het publiek lekker door de muziek heen kletsen. Ook authentiek. Om nog even lekker door te trappen: ik las laatst ergens dat klassieke stemmen klinken zoals ze klinken (bezopen, geaffecteerd en tegennatuurlijk), omdat ze dan beter te verstaan zijn achter in een zaal als er geen microfoons staan (van deze mensen kan ik het trouwens wel hebben). Leuk, maar we hebben nu microfoons, dus ze kunnen weer gewoon gaan zingen . Misschien dat ik het dan ook leuker ga vinden. Maar ja, het is natuurlijk niet authentiek.

De toegift van het concert was trouwens een zangnummer van het hele orkest, met wat spaarzame strijkers eronder als begeleiding, met normale stemmen, het klonk geweldig. Hoogtepunt van de avond. Het andere hoogtepunt was trouwens de vader (die dikke man met die camera) van Aidan Mikdad. Wat zat die man te stralen, de hele kerk lichtte ervan op. Geweldig.

Wat me ineens te binnen schiet - er was ook een mevrouw de een solo kwam doen op de viool - laten we haar naam hier niet noemen - dat dat vibrato op zo'n viool misschien ook wel een techniek is om dat instrument harder te laten klinken. Ik vind het in ieder geval zwaar overdreven. Ik moet ervan aan André Hazes denken. Dan is muziek niet meer leuk.

Eigenlijk is dat het beeld dat ik heb van klassieke muziek: vastgelopen in allerlei maniertjes die eigenlijk niet meer nodig zijn en daardoor ontoegankelijk. Terwijl er best leuke deuntjes bijzitten. Luister maar eens naar deze glamourboy.