vrijdag 21 november 2008

Japans zwaard


Mijn vriendinnetje (1 m 61) is het huis van haar vader aan het leegruimen. Tussen de rommel komt af en toe iets boeiends te voorschijn. Van de week een Japans zwaard. Geen handgemaakt samouraizwaard, zoals in Kill Bill, maar een stukje massaproductie voor officieren van de Japanse landmacht in wereldoorlog twee. Het handvat is bekleed met haaievel en daar zit weer een lint omheen, waar tiende guldens uit 1945 achter zijn gestoken. Ik wil niet weten wat die daar doen.

Ik vond het tegelijk fascinerend en gruwelijk, zoals ieder moordwapen. Afgezien van mijn jachtmes, waarmee ik op de camping stukjes kaas snij, heb ik overigens alleen ervaring met een Uzi, een pistoolmitrailleur. Dat heb ik als dienstplicht soldaatje leren schoonmaken (dat vooral) en ik heb er twee keer mee geschoten. Tot mijn verbazing heb ik het tot schutter derde klas geschopt (je mag dan het doosje met je oordopjes aan je epaulet dragen, geen geringe eer), niet slecht voor een doctorandus met een bril die opgeleid werd om reisdeclaraties en verlofformulieren in te vullen. Maar wat me het meest is bijgebleven is de stalen plaat aan het eind van de schietbaan en de droge tik van de kogel die daar inslaat. Pok. Hoe zou het klinken als je een andere soldaat raakt? Want dat ben je natuurlijk aan het oefenen. Wat een macht zomaar ineens.

Het eerste wat ik deed toen ik het zwaard uit de schede had getrokken is het lemmet bekijken. Er zaten een aantal braampjes in, maar geen roestplekken. Niet zo vreemd bij roestvrij staal. Mijn vader heeft ooit eens fotoboek van Life-magazine gekocht met daarin een foto van een Australische krijgsgevangene die geblinddoekt, hoofd voorovergebogen, op zijn knieƫn het strand zit ergens op Nieuw-Guinea, met daarnaast een Japanner met een geheven zwaard. Stuitend en fascinerend. Die foto zie ik telkens voor me als ik aan dat zwaard denk.

Ik kan er gewoon mee de straat op gaan en het uitsteken als er een aso met zijn scootertje over de stoep komt geraast. Laat ik dat maar niet doen. Ik schrijf wel een blogje.

Geen opmerkingen: